Lebuïn D'Haese: Mensen in een Scheldebocht
Op speciaal verzoek van Zoveel meer Hoboken schreef Lebuïn D'Haese een prachtig gedicht over Hoboken. Ons Hoboken. Lebuïn communiceert via zijn werk met het publiek, dat op die manier inzicht krijgt in zijn denkwereld. Want kunstenaarschap is voor hem niet vrijblijvend. l'Art pour l''art, kunst omwille van de kunst, is aan hem niet besteed. Hij is een geëngageerd kunstenaar met slechts één enkel onderwerp: de mens.
Lebuïn: mijn gedicht is geen ode aan een dorp, mijn gedicht koestert wel al de mensen die er leven, zij die dit dorp bevolken, zij die ik elke dag kan groeten.
Mensen
in een Scheldebocht
Hoge
beuken bogen voor westenwind
verwortelden
zich tot Scheldedorp:
en
hoog de kerktoren in zijn schaduw
en
anders de kleur van de moskee
straten
verlangen naar oude namen
omarmt
groen een zwaar loden tijd.
Wie wenst zich op de Hobokense hei?
Dorp in de echo van een haven
haven
met een mond vol van de wereld
dorp
met de leegte van een werf
werf
van metaal tot schepen gevormd
(Vrouwenhanden
legden fijne lassen
mannen
slokten hun dorst in bier)
dorp
getrouwd met de migratie
migratie
die haar bewoners herschreef:
om
arbeid te verzilveren
om
taal minder duidig te maken
om
generaties lang vreemd te lijken:
wiens
smaak kruimt ons dagelijks brood
wiens
naam horen we op pleinen spelen,
hoe
warm de wijk om elkaar te toucheren
hoe
ook de stront snel overkookt
En vaart de Congoboot nog uit?
Straten rijgen ons als buren aaneen
we
proeven geen zee maar kennen getij
dwarst
ons veer de vloed op heen en bij weer
spellen
we de naam van Vlaanderen’s arme hond
schoon
geborgen de doden in het eden van ooit
en
toch
het
grijze verleden omzoomde de vlag zo rood
Dit is een dorp tot stad vervaagd
een
weerloos fort vast in de rand
als
oord getekend in heide en dras
langs
een lange stroom van eb en vloed
met
oevers naar de overkant
van
mensen in een Scheldebocht
Daar drijft, maar zwart, de God voorbij
En vaart de Congoboot nog uit?
Lebuïn D’Haese, oktober 2014
Reacties
Een reactie posten