Nello en Patrasche op het witte doek*

Nello en Patrasche afgebeeld in een Ameriaanse uitgave van 1891. 
In 1872 schreef Marie-Louise de la Ramée haar Dog of Flanders na een bezoek aan Brussel en Antwerpen. Hoewel het verhaal over Vlaanderen en meer bepaald Antwerpen gaat, kende het bij ons geen weerklank. 

Het verhaal (voor de elfenzeventigste keer)
Nello is een weeskind en wordt grootgebracht door zijn grootvader die verse melk van de boerderij naar de burgers in de stad vervoert. Ze wonen in een dorp nabij Antwerpen. Nello en Patrasche zijn een grote hulp voor de ouder en zieker wordende grootvader. Nello groeit niettemin op als een gelukkige jongen. Hij heeft een intense vriendschapsband met zijn hond en met het dochtertje van de molenaar. Bovendien blijkt Nello een begenadigd tekenaar te zijn. Tijdens zijn bezoeken aan de kathedraal van Antwerpen staat hij vol bewondering voor de schilderijen van Rubens. Op een dag neemt hij deel aan een tekenwedstrijd om zijn talent te tonen aan de wereld.
Maar de molenaar is niet echt opgetogen met de vriendschap tussen zijn dochter en Nello en probeert Aloïs weg te houden van de jonge armoezaaier. Nello's grootvader overlijdt en wanneer de molen afbrandt, krijgt Nello ten onrechte de schuld, waardoor hij zijn melk niet meer kan verkopen. Nello komt op straat terecht. Als hij verneemt dat hij ook de tekenwedstrijd, waar hij zijn laatste hoop op had gevestigd, niet heeft gewonnen, stort hij op kerstavond teleurgesteld neer in de kathedraal van Antwerpen. Hij sterft met zijn hond in de armen voor ‘De Kruisafneming’ van Rubens.

Werelden van verschil
Pas in 1985 werd het overigens geheel fictieve verhaal bij ons geïmporteerd en werd Hoboken naar voor geschoven als de woonplaats van de protagonisten. Pas dan verscheen ook de eerste Nederlandse vertaling van de roman. Willy Vandersteen zorgde voor de illustraties in het boekje. Paul Geerts zorgde voor een Suske en Wiske stripverhaal. En de helden kregen een standbeeld in Hoboken.

We leerden dat het boek omstreeks 1908 in Japan werd ingevoerd als kinderboek en tot de verplichte schoollectuur behoorde. Na de Tweede Wereldoorlog was het één van de eerste boeken die in Japan herdrukt werden, ondanks de duurte en de schaarste van het papier. De populariteit ging crescendo. In 1975 volgden miljoenen kijkers in Japan de laatste aflevering van de animeserie van Nippon Animation Flanders no Inu. Strategisch werd de reeks op zondagavond uitgezonden. Dat is immers de enige vrije avond voor de werkende Japanner en ouders en kinderen keken samen naar de anime. Ze zagen hoe Nello met de glimlach op het gelaat samen met zijn trouwe hond Patrasche het hiernumaals voor een veel beter hiernamaals wisselde. In 1992 volgde een nieuwe reeks over het tweetal en in 1997 een langspeelfilm. Geen van de reeksen, noch de film - voor zover die tot onze contreien al konden doordringen - zou de Vlaamse kijkers, groot of klein, evenwel echt bekoren. Anderzijds hebben de Japanners net zoveel moeite met het Suske en Wiske album Het dreigende Dinges waar het verhaal in vervat zit en met het beeldje van de romanfiguren in Hoboken. De strip zit vol fouten en clichés over de Japanse cultuur en de voorstelling van Nello als een arme, trieste bedelaar met een klein mormel als hond, wil er evenmin in. Het nieuwe beeld van het tweetal bij de kathedraal is nog niet lang genoeg aanwezig om al een duidelijke uitspraak te doen over de appreciatie door de toeristen, maar volgens de eerste reacties beantwoordt dit beeld evenmin aan de verwachtingen van de Japanners. 

Hollywood
Ook in Amerika kende de roman snel succes en dus lag voor de hand dat het verhaal in Hollywood zou belanden. Al in 1914 liepen Nello en Patrasche over het witte doek. De rol van Nello werd vertolkt door een jonge actrice. Veel weten we niet van deze versie. Er zijn slechts 5 stills van bewaard. Voor commentaren zijn we aangewezen op wat recensenten in de kranten hebben geschreven, en die meningen lopen nogal uiteen. De opnames gebeurden in het stadje New Rochelle in de staat New York. De sneeuwscènes waren naar verluidt overweldigend. Zoveel sneeuw zag en ziet Vlaanderen zelden of nooit. Heel wat stemmen zegden dan ook dat alles te Amerikaans was. De kerk van St Pauls was niet echt geschikt als surrogaat voor de Antwerpse kathedraal. De kranten van die tijd spreken bovendien van twee verschillende einden, één dat het boek volgde en één dat de Amerikaanse kijkers moest plezieren. In de tweede versie kreeg het verhaal geheel in Amerikaanse 'Kerst'stijl een happy end. In de andere versie sterven de jongen en zijn hond in de kathedraal. Dit zou m.a.w. de enige Amerikaanse versie zijn waarin het boek wordt gevolgd.

The Boy of  Flanders
In 1924 vertolkt Jackie Coogan de rol van Nello. Coogan heeft de status van kindster door de films The Kid (naast Charlie Chaplin) (1921) en Oliver Twist (1922), en het is dan ook niet verwonderlijk dat de titel van het verhaal wordt aangepast tot A Boy of Flanders. De regie is van Victor Schertzinger. Het moet zowat de beste verfilming van het verhaal zijn geweest. Er blijkt enkel een Russische versie van bewaard. De kans is dus uiterst gering dat we die ooit te zien krijgen.

De derde Amerikaanse versie van 1935 heeft maar weinig om het lijf. Hierin vertolkt Franckie Thomas de rol van Nello. Patrasche wordt "Leo" genoemd, naar Leopold, de koning, weet u wel. Nello's vriendinnetje heet om één of andere reden dan weer "Maria". De acteerprestaties zijn beneden alle peil. De film in een regie van Edward Sloman is geheel in de studio opgenomen en komt geforceerd en Hollands over. 


Ook de versie van regisseur James B. Clark uit 1960 met David Ladd als Nello en Donald Crisp als grootvader, baadt in diezelfde Hollandse sfeer. Nochtans is deze film wel deels op locatie gedraaid: we herkennen de echte kathedraal van Antwerpen, we zien Brabo voor het stadhuis op de Grote Markt en Rubens op de Groenplaats. Grootvader trekt zelfs extra aandacht op Brabo door te verwijzen naar de herkomst van de naam Antwerpen. Een zijsprongetje, want de Brabofontein van Lambeaux dateert van 1882, Ouida bezocht Antwerpen tien jaar eerder in 1871. Niet lang na de "ontdekking" van het verhaal door Vlaanderen, zag ik deze film op de Vlaamse televisie. Nergens had ik het gevoel dat het verhaal zich in mijn stad afspeelde. 
A Dog of Flanders, 1999 (Kevin Brodie)
Dat gevoel heb ik evenmin bij de laatste Amerikaanse versie van 1999. Kevin Brodie tekende voor de regie. Beduidend minder Hollands, dat wel, maar ondanks het feit dat alle opnames op locatie in Vlaanderen (niet in Antwerpen) gebeurden, voelt het geheel niet echt "Vlaams" aan. Daarvoor is duidelijk meer nodig dan een Vlaams decor en wat Vlaamse acteurs in de cast.
Soms zit het in de details: het zingen van de typische Engelse Christmas Carol The first Noël, bijvoorbeeld, of de verwijzing naar Plumpudding door de Antwerpse burgemeester (gespeeld door Fred Van Kuijk), en opnieuw veel te veel sneeuw. 
Zijn we nu té kritisch? Waarschijnlijk wel.
Vermits noch de Japanse versies, noch de Amerikaanse ons kunnen bekoren, zullen we moeten wachten tot hier te lande iemand opstaat om het verhaal te verfilmen. Naar verluidt heeft Studio 100 de rechten.... Wie weet.


* Dit artikel is deels gebaseerd op de documentaire van An Van Dienderen en Didier Volckaert: Patrasche, A Dog of Flanders - Made in Japan.
An Van Dienderen en Didier Volckaert, A Dog of Flanders. Een nooit geziene kijk op Vlaanderen.  Lannoo, 2010.
http://www.faronet.be/erfgoeddag/nieuws/nello-en-patrasche-beroemd-en-tragisch
Beeldmateriaal van de Japanse en Amerikaanse versies vind je op youtube.

Reacties

Populaire posts